Vraag je je af waarom je in Nederland soms toch belasting betaalt over inkomsten die je al in het buitenland hebt belast zien worden? Je bent zeker niet de enige. Het Besluit Voorkoming Dubbele Belasting 2001 is precies bedoeld om dat te voorkomen als er geen of een beperkt toepasselijk verdrag is. In dit artikel neem ik je stap voor stap mee. Je leert wanneer het besluit geldt, welke methode wordt gebruikt per soort inkomen en hoe je in je aangifte de juiste vermindering toepast. Ik deel praktische tips uit mijn adviespraktijk zodat je zeker weet dat je niet te veel afdraagt.
Wat is het Besluit Voorkoming Dubbele Belasting 2001
Het Besluit Voorkoming Dubbele Belasting 2001, vaak afgekort tot Bvdb 2001, is de Nederlandse regeling die dubbele belasting helpt voorkomen als er geen verdrag van toepassing is of als een verdrag uitdrukkelijk naar het nationale recht verwijst. Nederland belast inwoners in principe over het wereldinkomen. Zonder voorkoming zou je in zowel de bronstaat als in Nederland belasting betalen over dezelfde inkomsten. Het Bvdb 2001 lost dat op met vrijstelling of verrekening, afhankelijk van het type inkomen en de situatie.
Het besluit werkt naast verdragen. Gaat een verdrag voor, dan volg je dat verdrag. Ontbreekt een verdrag of schrijft het verdrag voor om de nationale methode te volgen, dan kom je uit bij het Bvdb 2001. Voor inwoners van Bonaire, Sint Eustatius en Saba bestaat bovendien een eigen besluit: het Besluit voorkoming dubbele belasting BES.
Wanneer is het besluit van toepassing
De praktijkregel is eenvoudig. Eerst kijk je of er een belastingverdrag is met het land waar je inkomen vandaan komt. Zo ja, volg dan dat verdrag. Geeft het verdrag aan dat de voorkoming wordt berekend volgens de Nederlandse wetgeving, of is er helemaal geen verdrag, dan val je terug op het Bvdb 2001. Dat geldt onder meer voor inkomsten uit bepaalde ontwikkelingslanden, maar ook voor situaties waarin alleen nationale eenzijdige voorkoming kan worden toegepast.
In mijn praktijk merk ik dat belastingplichtigen vooral bij meerdere inkomensbronnen per land twijfelen. Het helpt om per inkomenssoort systematisch te werken: loon en winst uit onderneming in box 1, aanmerkelijk belang in box 2, sparen en beleggen in box 3. Per box gelden net andere rekenregels voor de vermindering.
Belangrijke begrippen uit het besluit
Mogendheid en gebied van een andere mogendheid
Het besluit gebruikt het begrip Mogendheid voor een staat, inclusief soms bestuurlijke eenheden waarmee Nederland afspraken maakt. Met gebied van een andere Mogendheid wordt zowel het landterritorium als zones buiten de territoriale zee bedoeld waar die Mogendheid rechten uitoefent volgens het internationale recht.
Vaste inrichting
Voor ondernemingswinsten is de vraag of er een vaste inrichting in het buitenland is cruciaal. Kort gezegd gaat het om een duurzame bedrijfsinrichting in de andere staat waarmee je activiteiten uitoefent. De winst die aan die vaste inrichting toerekenbaar is, komt in aanmerking voor vrijstelling volgens het Bvdb 2001, tenzij een bijzondere uitsluiting geldt.
Dividenden, interest en royalty’s
Het besluit definieert dividenden als voordelen uit aandelen of winstbewijzen en interest als voordelen uit schuldvorderingen. Royalty’s zijn vergoedingen voor onder meer intellectuele eigendomsrechten en technische knowhow. Die definities zijn van belang voor de keuze tussen vrijstelling en verrekening en voor de berekening van limieten.
Ontwikkelingslanden
Voor enkele faciliteiten sluit het besluit aan op de meest recente OESO-lijst van Official Development Assistance ontvangers, met uitzonderingen en overgangstermijnen. Dit is relevant omdat voor zulke landen de gezamenlijke verrekeningsmethode en specifieke limieten gelden. Verliest een land later die status, dan kun je voortgewentelde belasting uit eerdere jaren in beginsel nog volgens het besluit verrekenen.
Kernmethoden om dubbele belasting te voorkomen
Het Bvdb 2001 werkt met twee hulpmiddelen: de vrijstellingsmethode en de verrekeningsmethode. Welke methode je toepast, hangt af van het soort inkomen en de box waarin dat inkomen valt. Daarnaast bestaan er doorschuif- en inhaalregelingen om een evenwichtige uitkomst te bereiken als de vermindering in een jaar niet volledig kan worden benut.
Vrijstelling van buitenlandse ondernemingswinsten en loon
In box 1 krijg je voor buitenlands inkomen uit werk en woning vaak vrijstelling via een evenredige vermindering. Dat werkt in twee stappen. Eerst stel je vast of het inkomen kwalificeert als buitenlandse winst uit onderneming via een vaste inrichting of als buitenlands loon. Daarna bereken je de vermindering met de voorkomingsbreuk. De teller is het buitenlandse box 1 inkomen uit één Mogendheid en de noemer is het relevante noemerinkomen box 1. De vermindering wordt per land afzonderlijk vastgesteld en kan niet verder gaan dan de in Nederland over box 1 verschuldigde belasting.
Een praktische tip. Werk je over de grens en wisselen je werk- en thuiswerkdagen elkaar af, pas dan de dagenbreuk zorgvuldiger toe. De Hoge Raad heeft bepaald dat je uitgaat van het aantal werkelijk gewerkte dagen in de werkstaat als teller en als noemer de kalenderdagen minus weekenden, vakantiedagen en feestdagen waarop niet hoefde te worden gewerkt. Ziekte telt mee als je anders in de werkstaat had gewerkt. Een fout in de dagenbreuk leidt vaak tot een te lage vermindering.
Verrekening voor artiesten, sporters en internationaal vervoer
Voor artiesten- en sportersinkomsten geldt in box 1 doorgaans geen vrijstelling, maar een verrekening van de in de bronstaat geheven belasting. Ook voor loon aan boord van schepen of vliegtuigen geëxploiteerd door een buitenlandse onderneming werkt het besluit met verrekening. Het te verrekenen bedrag is nooit hoger dan ofwel de werkelijk ingehouden buitenlandse belasting, ofwel de Nederlandse belasting over die specifieke inkomsten. Niet gebruikte buitenlandse bronbelasting kan onder voorwaarden worden voortgewenteld.
Box 2: aanmerkelijk belang uit een ontwikkelingsland
Ontvang je dividenden in box 2 van een vennootschap in een ontwikkelingsland, dan voorziet het besluit in een verrekeningsmechaniek. Daarbij gelden eigen definities voor noemerinkomen en begrenzingen. Ook hier geldt dat de verrekening niet hoger kan zijn dan de Nederlandse box 2 heffing over dat inkomensbestanddeel.
Box 3: sparen en beleggen met buitenlandse component
In box 3 werkt het besluit met een evenredige vermindering, gebaseerd op het aan het buitenland toerekenbare deel van de rendementsgrondslag. Je berekent welk gedeelte van je grondslag in het buitenland is gelegen, bijvoorbeeld onroerend goed buiten Nederland, en past daarop een evenredige vermindering toe. Buitenlandse bronbelasting op dividenden, interest en royalty’s die bij box 3 horen kan in bepaalde gevallen worden verrekend tot een maximumpercentage, vaak 15 procent.
Vrijstelling in box 1 uitgewerkt
Wat behoort tot buitenlands inkomen uit werk en woning
Het besluit rekent tot buitenlands inkomen uit werk en woning onder meer de winst uit een buitenlandse onderneming via vaste inrichting, buitenlands loon in dienstbetrekking in de andere staat, publiekrechtelijk loon uitbetaald door een buitenlandse overheid en opbrengsten uit buitenlandse onroerende zaken. Voor elk onderdeel geldt dat het in de bronstaat aan een belasting naar het inkomen moet zijn onderworpen.
Het noemerinkomen en de voorkomingsbreuk
De evenredige vermindering in box 1 bereken je met de voorkomingsbreuk. In mijn ervaring gaat het hier vaak mis. De noemer is niet simpelweg het totale inkomen, maar het wettelijk gedefinieerde noemerinkomen. Aftrekposten en persoonsgebonden aftrek kunnen het noemerinkomen beïnvloeden. Soms moet je het noemerinkomen verhogen met uitgaven die de bronstaat al in aanmerking nam. Bij inkomens die hoofdzakelijk uit één Mogendheid komen en waarbij die staat de persoonlijke en gezinssituatie volledig meeneemt, gelden aanvullende regels voor de noemer.
Doorschuif en inhaal
Komt de berekende vermindering hoger uit dan de in Nederland verschuldigde belasting in dat jaar, dan ontstaat doorschuif naar een volgend jaar. Is het buitenlandse box 1 inkomen in een jaar negatief, dan schuift dat negatieve bedrag door en werkt het als een vermindering van het buitenlandse inkomen in het volgende jaar. Voor beide situaties stelt de inspecteur een beschikking vast. Controleer die beschikking goed, want deze bepaalt je latere ruimte voor vermindering.
Verrekening uitgewerkt: sporters, artiesten en kapitaalinkomsten
Verrekening in box 1 voor artiesten en sporters
Ontvang je inkomsten als artiest of sporter uit optredens in het buitenland, dan rekent de bronstaat vaak direct bronbelasting. Het Bvdb 2001 geeft een Nederlandse vermindering via verrekening tot ten hoogste de laagste van twee bedragen. De eerste grens is de feitelijk ingehouden buitenlandse belasting. De tweede grens is de Nederlandse belasting die toe te rekenen is aan deze inkomsten. Is er in een jaar onvoldoende ruimte, dan kan niet verrekende belasting onder voorwaarden worden voortgewenteld.
Verrekening in box 3 voor dividenden, rente en royalty’s
Voor box 3 geldt dat je buitenlandse bronbelasting in principe kunt verrekenen tot een plafond, meestal 15 procent van het brutobedrag per categorie. Let op de samenloop met de evenredige vermindering voor het buitenlandse deel van je rendementsgrondslag. De systematiek voorkomt dubbele dubbele voorkoming doordat je ofwel verrekent, ofwel de evenredige vermindering toepast, waarbij rangorderegels bepalen wat voorrang heeft.
Gezamenlijke methode versus afzonderlijke methode
Het besluit kent de gezamenlijke methode voor het verrekenen van bronbelastingen op dividenden, interest en royalty’s. Daarbij tel je de kwalificerende inkomsten en bronbelasting uit alle in aanmerking komende landen bij elkaar op en bereken je één gezamenlijke limiet. Voor verdragsituaties geldt normaliter een afzonderlijke methode per land, maar beleidsmatig is toegestaan dat je ook dan de gezamenlijke methode toepast om efficiënter te verrekenen. De gezamenlijke methode is vaak gunstiger, zeker als je per land sterk wisselende bronbelastingpercentages ziet.
Kostenaftrek in plaats van verrekening
Het Bvdb 2001 biedt de mogelijkheid om voor bepaalde landen de ingehouden bronbelasting niet te verrekenen maar als kosten in aftrek te brengen. Dat kan gunstig zijn als de tweede limiet de verrekening belemmert. Deze keuze maak je per Mogendheid en per jaar, en ze vervangt de verrekeningsoptie voor dat jaar. Bij toepassing van de gezamenlijke methode gelden extra spelregels en kan een deel van de bronbelasting verplicht via kostenaftrek lopen als een land niet onder verdrag of ontwikkelingslandenregeling valt. Houd er rekening mee dat fictieve bronbelasting, een tax sparing credit, niet als kosten aftrekbaar is.
Box 2 en de rol van ontwikkelingslanden
Voor box 2 voorziet het besluit in verrekening voor dividenden uit ontwikkelingslanden. De verrekening is begrensd tot de in Nederland over die box 2 inkomsten verschuldigde belasting, met een eigen definitie van noemerinkomen. Deze regeling voorkomt dat je in box 2 dubbel wordt belast als de bronstaat het uitkeren van winst aanmerkelijk belast. In mijn adviespraktijk zie ik dat de keuze om winst vast te houden versus uit te keren internationaal mede wordt afgestemd op de verrekeningsruimte onder het besluit.
Box 3 en de evenredige vermindering stap voor stap
Box 3 werkt met een evenredige vermindering op basis van de rendementsgrondslag in het buitenland. Bepaal eerst de waarde van je buitenlandse bezittingen en de bijbehorende schulden op de peildatum. Denk aan buitenlands vastgoed en bepaalde winstrechten op ondernemingen in het buitenland. Vervolgens bereken je het deel van je forfaitaire rendement dat op het buitenland ziet, en daarop pas je de Nederlandse belasting toe om de vermindering te bepalen. Ben je niet het hele jaar binnenlands belastingplichtig, dan werk je tijdsevenredig.
Rangorde bij samenloop en voortwenteling
In jaren met beperkte Nederlandse belasting en veel buitenlandse bronheffing is er niet altijd genoeg ruimte om alles te verrekenen. Dan gelden rangorderegels. Aanspraken die uit verdragen voortvloeien gaan in beginsel vóór eenzijdige aanspraken. Binnen het Bvdb 2001 is de volgorde vervolgens vastgelegd, en bij gelijke bedragen wordt naar evenredigheid toegerekend. Niet verrekend deel schuift onder voorwaarden door naar een volgend jaar. De praktische les is dat je eerdere jaren tijdig laat vaststellen en voortwentelbeschikkingen goed archiveert, want daarop bouw je in latere jaren de verrekening.
Bijzondere onderwerpen
Dagenbreuk en thuiswerken
Tijdens de coronaperiode golden tijdelijke afspraken met België en Duitsland over thuiswerkdagen. Die zijn beëindigd en de voorheen geldende regels zijn weer van kracht. In de normale situatie bepaalt je werkstaatheffing het recht op voorkoming. Werkgevers en werknemers doen er goed aan de kalender en onderbouwingen van werkplekken en reistijden zorgvuldig bij te houden. Een sluitende urenadministratie maakt het berekenen van de dagenbreuk en de vermindering eenvoudig en vermindert discussie met de fiscus.
Zee- en luchtvaart
Loon van werknemers die aan boord van zee- of luchtvaartuigen werken in internationaal verkeer valt vaak in de bronstaatheffing van de exploitant. Het Bvdb 2001 biedt dan een verrekening in box 1. Let op dat loon op deze basis niet ook als buitenlands box 1 inkomen onder de vrijstellingsmethode valt. De verrekenregels en voortwenteling zijn leidend.
Artiesten en sporters
Voor artiesten en sporters geldt in veel landen een bronheffing op de gage. Die heffing kan relatief hoog zijn, terwijl in Nederland door kosten en tariefstructuur minder belasting verschuldigd is. De tweede limiet kan de verrekenruimte beperken. In zulke gevallen is het zinvol te bekijken of facturatie en kostenallocatie aansluiten op de werkelijkheid en op de bronstaatregels. Verkeerde toerekening van kosten kan de verrekening onnodig beperken.
Timingverschillen tussen winstneming en bronbelasting
Bij bedrijven kan winstneming volgens goed koopmansgebruik eerder plaatsvinden dan de feitelijke ontvangst van rente of royalty’s waarop bronbelasting wordt ingehouden. Daardoor botst het jaar waarin Nederland belast en het jaar waarin de bronstaat inhoudt. Beleidsmatig is geregeld dat in zulke situaties een vermindering kan worden verleend alsof de heffing en inhouding in hetzelfde jaar vielen. Dit voorkomt verlies van verrekeningsrecht door timing.
Tax sparing credits
Sommige verdragen bieden een fictieve bronbelasting, bedoeld om investeringen te stimuleren. Kies je ervoor om niet te verrekenen, dan kun je deze fictieve belasting niet als kosten opvoeren, omdat geen daadwerkelijk geheven belasting is betaald. Dit is een valkuil die ik geregeld zie. Maak dus vooraf de keuze tussen verrekenen of niet, en laat die aansluiten op je totale fiscale positie.
Relatie met verdragen en de BRK
Veel moderne verdragen verwijzen voor de vrijstellingsmethode naar de nationale regeling, waardoor de Bvdb 2001-systematiek rechtstreeks doorwerkt. Oudere verdragen kennen autonome formules. Beleidsmatig is verduidelijkt dat ook dan wordt aangesloten bij de boxensystematiek en noemerinkomens van het besluit om tot een redelijke en consistente uitkomst te komen. Voor de Belastingregeling voor het Koninkrijk gelden eigen formuleringen, maar ook daar wordt voor de toepassing in de inkomstenbelasting gekoppeld aan de techniek van het besluit, met een aangepaste noemerdefinitie.
Speciaal: het besluit voor de BES-eilanden
Voor Bonaire, Sint Eustatius en Saba geldt een afzonderlijk besluit met eigen regels en limieten. De systematiek lijkt op die van het Bvdb 2001 maar verschilt op punten zoals percentages voor dividenden en de exacte opzet van het noemerinkomen. Woon of werk je op de BES-eilanden, volg dan de specifieke bepalingen van het BES-besluit en niet de regels voor Europees Nederland.
Vennootschapsbelasting en de tweede limiet
Voor vennootschappen geldt in de regel een objectvrijstelling voor buitenlandse vaste inrichtingen. Voor passieve inkomens zoals dividenden, interest en royalty’s werkt het besluit met een verrekeningsmethodiek en een tweede limiet die is gebaseerd op het Nederlandse vennootschapsbelastingtarief, eventueel met een afwijking voor innovatieboxroyalty’s. Kosten die nationaal niet aftrekbaar zijn, verlagen de verrekeningsruimte niet. Bij tariefwijzigingen en gebroken boekjaren zijn er specifieke regels over welk hoogste tarief geldt.
Beleidsactualisaties en Staatscourant 2024
In december 2024 is het beleid geactualiseerd om onder meer de gezamenlijke methode, kostenaftrek, tweede limiet en timingverschillen te verduidelijken. Daarnaast is toegelicht hoe om te gaan met artiesten- en sportersinkomsten in de vennootschapsbelasting in de overgang naar boekjaren die starten op of na 1 januari 2025. Die verduidelijkingen zijn vooral technisch, maar in de praktijk leveren ze meer uniformiteit op, wat de voorspelbaarheid van de uitkomst verhoogt.
Zo pas je het besluit toe in je aangifte
Stap 1: Orden je inkomsten per box en per land
Maak een overzicht van alle buitenlandse inkomensbestanddelen en wijs ze toe aan box 1, box 2 of box 3. Noteer per land de brutobedragen, ingehouden bronbelasting, kosten en eventuele bewijsstukken van betaling.
Stap 2: Bepaal de methode
Controleer of een belastingverdrag geldt en of dat verdrag vrijstelling of verrekening voorschrijft. Ontbreekt een verdrag of verwijst het verdrag naar de nationale methode, gebruik dan het Bvdb 2001. Kies waar toegestaan tussen verrekening of kostenaftrek per land, en overweeg de gezamenlijke methode als je meerdere landen hebt met wisselende bronbelastingen.
Stap 3: Bereken de noemerinkomens en limieten
Werk per box de noemer volgens het besluit uit en bereken de eerste en tweede limiet. Houd rekening met de rangorde als er te weinig Nederlandse belasting is om volledig te verrekenen. Check daarna of doorschuif of inhaal van toepassing is en of je een beschikking nodig hebt.
Stap 4: Leg vast en bewaar
Sla de berekeningen, bronstaatverklaringen en beschikkingen digitaal op. Ze vormen het dossier dat je nodig hebt bij vragen van de Belastingdienst en bij de verrekening of vrijstelling in latere jaren.
Veelgemaakte fouten en hoe je ze voorkomt
De meest gemaakte fouten zitten in de dagenbreuk, het verwarren van vrijstellingsregel met verrekeningsregel, en het onjuist bepalen van de noemer. Verder gaat het weleens mis met het optellen van bronbelastingen onder de gezamenlijke methode terwijl een deel van de inkomsten al elders is vrijgesteld. Tot slot wordt de kostenaftrek soms gekozen waar verrekening gunstiger was. Ik raad aan om eerst beide opties volledig door te rekenen voordat je een definitieve keuze maakt.
Praktijktips uit advieservaring
Mijn ervaring is dat een eenvoudige spreadsheet met tabbladen per land en per box veel overzicht brengt. Neem daarin op: bruto inkomsten, kosten, bronbelasting, methode, limieten en uitkomst. Bewaar ook een tijdschema van inkomsten en inhoudingen. Bij grensoverschrijdend thuiswerken helpt een sluitende agenda met locaties per dag om de dagenbreuk overtuigend te onderbouwen. En bespreek met je werkgever de jaaropgave en landenverdeling, zodat de aangifte naadloos aansluit.
Nuttige achtergrond en verdiepende informatie
Zoek je meer context over vennootschapsstructuren en dividendstromen, bekijk dan onze toelichting op dividendheffing in de praktijk via dit artikel over dividendbelasting. Over emigratie en fiscale gevolgen vind je achtergrond bij emigratie en belasting. Voor ondernemers die hun structuur willen vergelijken, geeft belasting voor de bv handvatten om internationale keuzes te onderbouwen.
Samenvattend
Het Bvdb 2001 biedt een helder kader om dubbele belasting te voorkomen als een verdrag ontbreekt of naar de nationale methode verwijst. Wie systematisch per box, per land en per inkomenssoort werkt, komt tot een voorspelbare uitkomst. Let op de noemerdefinities, de rangorde en de mogelijkheden voor gezamenlijke methode, kostenaftrek en voortwenteling. Met een goede dossieropbouw en de juiste keuzes voorkom je dat je onnodig te veel belasting betaalt.
Dubbele heffing voorkom je door eerst het juiste spoor te kiezen: verdrag of Bvdb 2001. Werk vervolgens per box en per land de methode en limieten uit. Met een kloppende dagenbreuk, juiste noemer en het slim inzetten van gezamenlijke methode of kostenaftrek haal je het optimale resultaat binnen de wettelijke kaders. Bewaar beschikkingen en bewijsstukken zorgvuldig, want daarop bouw je in latere jaren voort. Twijfel je, reken beide opties door voordat je kiest.
Wanneer geldt het Besluit Voorkoming Dubbele Belasting en wanneer een verdrag
Een belastingverdrag gaat voor. Verwijst het verdrag naar de nationale methode of is er geen verdrag, dan pas je het Besluit Voorkoming Dubbele Belasting 2001 toe. Per inkomenssoort en per box verschilt de techniek. Controleer altijd eerst of het verdrag vrijstelling of verrekening voorschrijft en gebruik anders de Bvdb 2001-systematiek.
Hoe werkt de vrijstelling in box 1 onder het besluit
De vrijstelling in box 1 werkt via een evenredige vermindering. De teller is het buitenlandse box 1 inkomen per land en de noemer is het voorgeschreven noemerinkomen. De vermindering kan niet hoger zijn dan de Nederlandse belasting over box 1. Onjuiste dagenbreuken en noemers zijn de meest voorkomende oorzaken van fouten.
Wat is de gezamenlijke methode voor verrekenen van bronbelasting
De gezamenlijke methode telt kwalificerende dividenden, rente en royalty’s uit alle relevante landen op. Je berekent dan één tweede limiet. Dat is vaak gunstiger dan per land afzonderlijk verrekenen. Bij verdragslanden is deze methode beleidsmatig toegestaan zodat de uitkomst uniform en praktisch uitvoerbaar blijft.
Kan ik kiezen voor kostenaftrek in plaats van verrekening
Ja, in veel gevallen kun je per land kiezen om buitenlandse bronbelasting als kosten af te trekken in plaats van te verrekenen. Dat kan voordelig zijn als de tweede limiet de verrekening beperkt. Let op dat een tax sparing credit niet als kosten aftrekbaar is, omdat die geen feitelijk geheven belasting is.
Hoe voorkom ik fouten bij grensoverschrijdend werken
Houd een gedetailleerde agenda bij met werkplek per dag en bewaar loonstroken en bronstaatverklaringen. Pas de dagenbreuk toe zoals de Hoge Raad heeft uitgelegd. Controleer of je werkgever de landenverdeling op de jaaropgave juist heeft verwerkt. Zo onderbouw je de vermindering onder het Besluit Voorkoming Dubbele Belasting sluitend.