Belasting Over Vakantiegeld

Belasting Over Vakantiegeld

Je ziet het elk jaar op je loonstrook: een mooi bedrag aan vakantiegeld, maar het uiteindelijke bedrag dat op je rekening verschijnt is lager dan je verwacht. Hoe kan dat en hoeveel houd je nu echt over na belasting. In dit artikel leg ik je helder uit hoe belasting over vakantiegeld werkt, welke tarieven in 2025 gelden en waarom het lijkt alsof je er meer belasting over betaalt dan over je maandloon. Je krijgt praktische rekenvoorbeelden, een stappenplan om je netto bedrag te schatten en tips voor veelvoorkomende situaties zoals uitkeringen en wisselende inkomens.

Wat is vakantiegeld en wanneer krijg je het

Vakantiegeld is wettelijk vastgelegd en bedraagt in de regel minimaal 8 procent van je brutojaarsalaris. Meestal wordt het in mei of juni uitgekeerd. Werk je via een uitzendbureau of heb je een bijbaan, dan kan het ook per maand worden uitbetaald. Stop je in de tussentijd bij je werkgever, dan krijg je het tot dan toe opgebouwde vakantiegeld mee bij de eindafrekening.

Ook met een uitkering heb je recht op vakantiegeld. Bij veel UWV-uitkeringen is het 8 procent van je bruto uitkering over de afgelopen twaalf maanden. Bij een bijstandsuitkering wordt maandelijks 5 procent gereserveerd en bij AOW gaat het om vaste bedragen die in mei worden uitgekeerd.

Belasting over vakantiegeld in 2025

Belastingschijven en percentages

Je vakantiegeld is onderdeel van je inkomen. In 2025 wordt je inkomen belast in schijven. Indicatief gelden de volgende tarieven voor mensen jonger dan de AOW-leeftijd: tot ongeveer 38.441 euro betaal je 35,82 procent, van 38.441 euro tot en met 76.817 euro 37,48 procent en boven 76.817 euro 49,5 procent. Je vakantiegeld wordt bij je jaarinkomen opgeteld en kan daardoor geheel of deels in een hogere schijf vallen.

Bijzondere beloning en het verrekeningspercentage

Vakantiegeld valt onder bijzondere beloningen. Werkgevers gebruiken daarom de tabel voor bijzondere beloningen. Naast het schijftarief wordt een verrekeningspercentage toegepast dat samenhangt met je geschatte jaarloon en de heffingskortingen die door het jaar heen al zijn verrekend. Bij lagere inkomens kan dit percentage negatief uitpakken en houd je relatief meer over. In de middeninkomens kan het positief zijn waardoor de ingehouden belasting voorlopig hoger uitvalt. Dit voorkomt dat je later moet bijbetalen bij je aangifte.

Zo bereken je je netto vakantiegeld

Stappenplan in begrijpelijke taal

  1. Bepaal je bruto vakantiegeld. Vaak is dit 8 procent van je bruto loon over de twaalf maanden voorafgaand aan de uitbetaling.
  2. Tel dit vakantiegeld op bij je brutojaarsalaris en kijk in welke belastingschijf of schijven het extra bedrag valt.
  3. Noteer het toepasselijke belastingtarief op vakantiegeld en het verrekeningspercentage uit de tabel voor bijzondere beloningen bij jouw inkomensniveau.
  4. Bereken de loonbelasting over je vakantiegeld met het tarief uit de juiste schijf. Bereken vervolgens het bedrag op basis van het verrekeningspercentage.
  5. Tel beide bedragen bij elkaar op als het verrekeningspercentage positief is. Is het negatief, trek het dan af van de berekende belasting. Wat overblijft trek je af van je bruto vakantiegeld. Dat is je netto vakantiegeld.

Rekenvoorbeeld lager inkomen

Stel dat je in de afgelopen twaalf maanden 1.500 euro bruto per maand verdiende. Je jaarloon is 18.000 euro en je vakantiegeld 1.440 euro. Over 1.440 euro wordt 35,82 procent belasting berekend, dat is 516 euro. Het toepasselijke verrekeningspercentage in deze inkomensgroep werkt verlagend en komt neer op 30,30 procent van 1.440 euro, dat is 436 euro. Je netto vakantiegeld komt daarmee uit op ongeveer 1.360 euro. Bij lagere inkomens geeft het verrekeningspercentage dus vaak een merkbare plus op het nettobedrag.

Rekenvoorbeeld middeninkomen

Ellen verdient 3.500 euro bruto per maand en heeft een jaarloon van 42.000 euro. In mei ontvangt zij 3.360 euro bruto vakantiegeld. Voor haar inkomen geldt een tarief op vakantiegeld van 37,48 procent. Het verrekeningspercentage voor haar inkomensgroep is 12,85 procent. In totaal wordt er voorlopig 50,33 procent ingehouden. Dat is 1.681,09 euro. Ellen houdt netto 1.678,91 euro over. Dit is een goed voorbeeld van waarom de inhouding op vakantiegeld hoger kan lijken dan op je maandloon.

Rekenvoorbeeld als je inkomen twee schijven raakt

Serena heeft een jaarloon van 37.000 euro en ontvangt 2.960 euro bruto vakantiegeld. Het eerste deel van haar vakantiegeld valt nog in de eerste schijf en het resterende deel in de tweede schijf. Over het deel in de eerste schijf betaalt ze 35,82 procent plus een verrekening voor heffingskortingen. Over het deel in de tweede schijf betaalt ze 37,47 procent plus dezelfde verrekening. Bij elkaar komt ze uit op circa 1.196 euro aan inhoudingen en houdt zij ongeveer 1.764 euro netto vakantiegeld over.

Rekenvoorbeeld hoger inkomen

Verdien je meer dan 76.817 euro per jaar, dan valt je vakantiegeld in het toptarief van 49,5 procent. Bij dit niveau is er vaak geen verrekeningspercentage meer van toepassing. Ontvang je bijvoorbeeld 6.800 euro vakantiegeld, dan is de ingehouden belasting ongeveer 3.366 euro en resteert circa 3.434 euro netto. In sommige tabellen voor bijzondere beloningen kan bij hogere middeninkomens nog een extra verrekening gelden, waardoor het voorlopige totaalpercentage tijdelijk boven 50 procent kan uitkomen.

Waarom voelt de belasting op vakantiegeld hoger

Je maandloon wordt gedurende het jaar belast met rekening voor heffingskortingen. Bijzondere beloningen zoals vakantiegeld, bonus of dertiende maand krijgen een aparte voorlopige berekening waarbij een extra verrekening wordt toegepast. Dat voorkomt grote verrassingen bij de aangifte. Blijkt achteraf dat er te veel of te weinig is ingehouden, dan corrigeert de Belastingdienst dit via de aangifte inkomstenbelasting. Wil je weten wanneer je mogelijk geld terugkrijgt of juist moet bijbetalen, lees dan ook de uitleg over teruggaafmomenten op wanneer krijg je belasting terug.

Specifieke situaties en veelgemaakte vragen

Uitkeringen, bijstand en AOW

Bij UWV-uitkeringen wordt in de regel 8 procent vakantiegeld opgebouwd over de afgelopen twaalf maanden. Daar gaat loonbelasting af, net als bij loon uit arbeid. Bij bijstand wordt maandelijks 5 procent gereserveerd. Bij AOW gaat het om vaste bedragen per jaar die in mei worden uitbetaald. Het netto bedrag zie je op je specificatie en hangt af van de inhoudingen die voor jou gelden.

Overuren, bonus en andere extra’s

Overuren en bonussen tellen mee als inkomen en kunnen indirect invloed hebben op de schijf waar je vakantiegeld in valt. Wil je meer weten over de fiscale behandeling van uitbetaalde overuren, bekijk dan de achtergrondinformatie over belasting op overuren via overuren uitbetalen en belasting.

ZZP en vakantiegeld

Als zelfstandige zonder personeel bouw je formeel geen vakantiegeld op. Je rekent je tarieven zo dat je vrije dagen en reserveringen meeneemt. De belastingdruk loopt dan via de winst uit onderneming met ondernemersaftrekken en de inkomstenbelasting. Meer hierover lees je in de uitleg voor zelfstandigen op hoeveel belasting betaal je als zzp.

Praktische tips uit de praktijk

Controleer je loonstrook in de maand van uitbetaling. Je ziet daar het tarief bijzondere beloningen en het toegepaste verrekeningspercentage. Komt het niet overeen met je verwachte jaarloon, vraag dan je werkgever of salarisadministratie om toelichting. In mijn werk met werknemers en kleine werkgevers zie ik dat onduidelijkheid vaak ontstaat doordat het jaarloon in de salarissoftware niet is geactualiseerd na promotie of parttimewijziging. Een kleine correctie voorkomt verrassingen.

Wil je vooraf weten wat je ongeveer ontvangt, reken dan met de stappen hierboven. Online zijn er rekentools die met de actuele tabellen werken. Onthoud dat de uiteindelijke afrekening altijd via de belastingaangifte gaat. Krijg je onverwacht minder netto dan gedacht, leg dan je loonstrook naast de tabel bijzondere beloningen en controleer welk inkomensvakje is gebruikt. Zo zie je snel waar het verschil vandaan komt.

Tot slot, denk na over de bestemming van je vakantiegeld. Heb je een buffer nodig, zet dan een deel opzij. Verwacht je een grote uitgave of wil je schulden afbouwen, maak hier een plan voor zodat het bedrag niet ongemerkt opgaat aan dagelijkse uitgaven.

Aangifte inkomstenbelasting blijft leidend

De bedragen die je werkgever inhoudt zijn voorschotten. De Belastingdienst rekent bij de aangifte precies uit wat je verschuldigd bent. Eventuele verschillen worden verrekend. Dat kan een nabetaling zijn of juist een teruggaaf. Bewaar daarom je loonstroken en check of alle gegevens kloppen. Zo voorkom je dat je achteraf voor verrassingen komt te staan.

Conclusie

Belasting over vakantiegeld voelt vaak hoger omdat werkgevers de tabel voor bijzondere beloningen gebruiken en een extra verrekening toepassen voor heffingskortingen. In 2025 valt je vakantiegeld in dezelfde schijven als je overige loon en kan het door de optelling in een hoger tarief terechtkomen. Met het stappenplan en de voorbeelden hierboven kun je je netto bedrag realistisch inschatten. Blijft er twijfel, vraag dan je werkgever of salarisadministratie om uitleg en controleer na afloop van het jaar je definitieve aanslag.

Hoeveel belasting betaal je over vakantiegeld

Je vakantiegeld telt mee als inkomen. In 2025 zijn de indicatieve tarieven 35,82 procent in de eerste schijf, 37,48 procent in de tweede schijf en 49,5 procent in de hoogste schijf. Daarnaast geldt bij bijzondere beloningen een extra verrekeningspercentage voor heffingskortingen, waardoor de voorlopige inhouding hoger of lager kan uitvallen dan je reguliere maandtarief.

Waarom lijkt de Belasting Over Vakantiegeld hoger dan over mijn loon

Omdat vakantiegeld een bijzondere beloning is. De werkgever gebruikt daarvoor een aparte tabel met een extra verrekening voor heffingskortingen. Zo wordt voorkomen dat je later moet bijbetalen. Hierdoor kan de inhouding op je vakantiegeld tijdelijk boven de 50 procent uitkomen bij midden of hogere inkomens.

Wanneer wordt vakantiegeld uitbetaald

De meeste werknemers krijgen hun vakantiegeld in mei of juni. Uitzendkrachten of werknemers met maandelijkse uitbetaling krijgen het opgesplitst per maand. Verlaat je je werkgever, dan ontvang je het opgebouwde vakantiegeld bij je eindafrekening. Op je loonstrook staat het bruto en het netto bedrag duidelijk vermeld.

Krijg ik heffingskorting over mijn vakantiegeld

De algemene heffingskorting en arbeidskorting worden al door het jaar heen verrekend met je maandloon. Op vakantiegeld wordt geen aparte korting toegepast. In plaats daarvan gebruikt de werkgever een verrekeningspercentage uit de tabel voor bijzondere beloningen, dat de eerder toegepaste kortingen corrigeert voor jouw jaarinkomen.

Heb ik recht op vakantiegeld met een uitkering

Ja. Bij de meeste UWV-uitkeringen wordt 8 procent vakantiegeld opgebouwd dat in mei wordt uitgekeerd, na inhouding van loonbelasting. Bij bijstand wordt 5 procent gereserveerd en bij AOW gelden vaste bedragen per jaar. Het nettobedrag hangt, net als bij loon, af van de belasting en eventuele premies die worden ingehouden.